Culturele en Kunstzinnige Vorming – oftewel CKV - wordt sinds 1999 gegeven op Nederlandse middelbare scholen. Het doel: leerlingen actief bezig te laten zijn met kunst en cultuur, door middel van musea- of theaterbezoeken, maar jongeren laten zich niet vaker zien in het theater. In hoeverre moet er een herinrichting komen van CKV?
Waar CKV ooit om draaide
Culturele en Kunstzinnige vorming is ontstaan als onderdeel van de ‘Tweede Fase’. Leerlingen moesten meer kennismaken met kunst en cultuur. In 2013 heeft staatssecretaris Sander Dekker een voorstel ingediend namens kabinet-Rutte II om het vak te hervormen. Vanaf de zomer van 2017 is dit ook gebeurd. Het belangrijkste punt hierbij is dat er geen verplicht aantal culturele activiteiten zijn. Daardoor kregen scholen zelf de vrijheid om CKV in te vullen. Veel scholen kiezen er nog wel voor om naar culturele instellingen te gaan, omdat dit is opgenomen in het onderwijsprogramma. Zo gaan veel scholen naar bijvoorbeeld een theater, waarna ze hierop moeten reflecteren.
Wat is de Tweede Fase?
De Tweede Fase werd in 1998 ingevoerd. Deze fase staat voor de bovenbouw - de onderbouw is dus de Eerste Fase. Het doel hiervan was om leerlingen beter voor te bereiden op het hoger onderwijs. Dit deden ze met vakken, zoals CKV om meer zelfstandig te werken en het voortgezet onderwijs beter aan te sluiten bij het Hoger Onderwijs.
Eigen invulling aan CKV
Thijs van der Weegen (16) is een middelbare scholier. Hij zit op het Eerste Christelijk Lyceum (ECL) in Haarlem. Het ECL is een cultuurprofielschool. Dit houdt in leerlingen zich profileren op het gebied van kunst en cultuur, en dat hier veel aandacht naartoe gaat. Zo krijgen ze uiteenlopende kunst- en cultuurvormen. Van der Weegen heeft zelf veel affiniteit met cultuur. Zo ging hij vroeger al naar het theater met zijn ouders. Op de school waar Van der Weegen op zit, krijgen ze veel vrijheid in het invullen van CKV. Van der Weegen vindt dat fijn: ‘’Je krijgt dan ook heel veel vrijheid om meer over één onderwerp te leren. Als je niet de vrijheid krijgt om je in een bepaald genre te verdiepen en je moet een bepaalde richtlijn volgen, vind ik dat zonde.’’ Bij het verplichte theaterbezoek mogen middelbare scholieren zelf invullen naar welke voorstelling ze gaan, aldus Van der Weegen. Zijn vrienden hebben wel weinig zin in culturele activiteiten: ‘’Mensen waarderen theater gewoon een stuk minder. Maar achteraf vonden klasgenoten het wel leuk, omdat je daar ook met je hele klas in een theaterzaal zit.’’
Uit data van het Cultuur Jongeren Profiel blijkt dat bijna 27 procent van de middelbare scholieren – die op het vmbo-t, havo, vwo en mbo zitten - cultuur honkvast vermijden. Op het niveau vmbo-basis, -gemengde leerweg en -kader is dat percentage zelfs 32 procent.
Naut Ligthart (19) kan zich hierin herkennen, want CKV was absoluut niet zijn favoriete vak. Ligthart zat op het Spinoza20First. Spinoza20First is een daltonschool in Amsterdam. Hij heeft het vak twee jaar gehad op de middelbare school. ‘’Wij moesten ook aan de slag met een eigen invulling, maar als je niet zo creatief bent – zoals ik – dan is het heel vervelend om je dingen te presenteren.’’ Zo moesten ze tijdens een les oude kunst namaken in een bepaalde kunststroming, maar ook het verplichte theaterbezoek bleef niet uit. Docenten hadden voor een ‘’bijzondere voorstelling’’ gekozen, aldus Ligthart. ‘’Ik heb wel een negatief beeld gekregen door CKV en alle verplichtingen die daaraan vastzaten. Ik denk dat ik dan voor veel jongens spreek en dan is dat het niet fijn is om op deze manier uit je comfortzone te moeten stappen.
Scholen hebben weinig tijd, om stil te staan bij een voorstelling
Barbara Jansen is theaterdocent en actrice. Nu geeft ze les op het Parcival College in Groningen. Ze vindt het spijtig dat steeds meer jongeren niet naar het theater gaan. ‘’Ik kan mij voorstellen dat jongeren geen interesse hebben in theater als ze met school naar een abstracte vorm van theater gaan, zoals bewegingstheater. Maar veel voorstellingen sluiten juist aan bij waar jongeren mee bezig zijn in hun leven en dat is weer een totaal andere ervaring, waardoor ik snap dat het afhangt van de voorstelling waar leerlingen naar toe gaan.’’
Scholen in Nederland werken met een cultuurcoördinator, aldus Jansen. Die coördinator bepaalt welke voorstelling wordt bezocht. ‘’Ik weet dat scholen heel weinig tijd hebben daarbij stil te staan. Meestal kiest een cultuurcoördinator gewoon wat handig is. Het is echt belangrijk om te weten waarom leerlingen dan naar die voorstelling moeten en met welke klassen er wordt gegaan. Met een brugklas zou je eigenlijk naar iets heel anders moeten gaan, dan met een met een bovenbouwklas.’’ Volgens Jansen is het essentieel dat scholen een breed aanbod aanbieden, van zowel film tot musea en theater. En de leerling zelf de vrijheid te geven wat ze willen bezoeken.
Elk jaar staan alle leerlingen op het toneel
Het Parcival College geeft les vanuit denken, voelen en willen. Aan cultuur, kunst en ambacht wordt daarom veel aandacht besteedt. Leerlingen van de Groningse middelbare school staan vanaf het eerste schooljaar zelf op het toneel. ‘’We hebben ook vakken zoals hout-, metaalbewerking, tekenen, schilderen, fotografie. Maar ook vakken zoals dans en beweging, en muziek en koor’’, aldus Hiemstra. Elk jaar staan alle leerlingen op het toneel van theater De Oosterpoort.
In het buitenland bestaan er geen alternatieven voor CKV. In België hangt het cultuuraanbod af van scholen en scholenkoepels, maar dit is pas ingevoerd in 2019 sinds dat ruimte is gecreëerd voor cultuur. Zo staan culturele instellingen direct gekoppeld aan het secundaire onderwijs.
In Duitsland wordt er op het Gymnasium (vergelijkbaar met het Nederlandse gymnasium) en Gesamtschule (in het Nederlands een middenschool waar leerlingen nog niet gescheiden worden in verschillende niveau’s) esthetische vorming gegeven. Dit vak bestaat uit: beeldend onderwijs, muziek en beweging. Ze zijn zowel theoretisch als praktisch en ze worden daarnaast vakoverstijgend ingezet. Zo zijn ze te combineren met bijvoorbeeld wiskunde of Engels.
Maar in ieder geval, leerling als docent is het er mee eens: CKV moet op de schop en heringericht worden. Zodat leerlingen meer vrijheid krijgen om zelf cultuur te snuiven.
Dataverantwoording
Samen met YoungWorks en Motivaction heeft CJP het Cultureel Jongeren Profiel (CJP-model) ontwikkeld. Dit model geeft inzicht in de belevingswereld en motivatie in de kunst- en cultuursector, in de doelgroep van 12 tot en met 25 jaar. Deze data komt uit 2012, maar is nog steeds betrouwbaar. Het vak CKV is namelijk in het schooljaar 2006/2007 voor de laatste keer aangepast. Daarnaast blijkt het model nogsteeds relevant en herkenbaar onder jongeren die ik gesproken heb. Terwijl de cultuurwereld steeds meer uitbreidt, doet CKV dat niet.
© 2025 Tijls Mediahub





